Disclaimer

David Meijer * Winterswijk, 23 maart 1907 - Sterfplaats Auschwitz, 28 februari 1943

Gehuwd met Frieda Romann

Zoon van Rosetta de Leeuw en Ruben Meijer

Veehandelaar

Dit gezin staat foutief onder de achternaam 'Meijers' vermeld op het monument. De juiste achternaam luidt: Meijer

De burgemeester van Winterswijk verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van de veehandelaar David Meijer, zijn echtgenote Frieda Romann en zijn dochters Rositta Beatrix en Emilie Philippine, wonende aan de Haitsma Mulierweg 54 te Winterswijk. Zij hadden zonder de daartoe vereiste vergunning hun woonplaats verlaten. Signalement van David Meijer: ‘Lang ong. 1.70 m., blond haar, blauwe oogen, geen baard of knevel, druk in zijn bewegingen, geen joodsch type’. Signalement van Frieda Meijer-Romann: ‘Lang ong. 1.65 m., bruine oogen, zwart haar in rol, spreekt gebroken Nederlands, zuidelijk type’. Algemeen Politieblad, nr 36, 10 september 1942, 1021, bericht 1827;

David Meijer gaf hulp aan joodse onderduikers. Samen met enkele boeren, (Herman Vreeman, Elburg en Willem Geurkink) bouwde hij een onderduikkamp in het natuurreservaat ‘t Korenburger Veen, waar 23 personen werden ondergebracht. Ben Harwig, die op het distributiekantoor werkte, zorgde voor distributiebonnen voor de onderduikers en bakkerij Te Bokkel zorgde voor brood.

Dit houten huisje werd door de helpers gebouwd in het Korenburgerveen. Na de oorlog diende het als kantoortje van boomkwekerij Hijink aan de Morgenzonweg

De beheerder van het Korenburger Veen, Uwland, onderzocht samen met twee mensen van de Ver. Tot behoud van Natuurmonumenten, de houtstand van het veen. Zij gaven de onderduikers de opdracht om te vertrekken, maar voordat die dat goed en wel konden doen (waar moesten ze naartoe?), werden ze omsingeld door Uwland, de politie van Winterswijk o.l.v. Feberwée en leden van de marechaussée, gearresteerd en weggevoerd. Aanvankelijk naar het ‘Feestgebouw’ , waaruit Lenie en Emmy Meijler nog ontsnapten. Zij zijn later door onderwijzer Stroes van de Wilhelminaschool naar een onderduikadres in Vlaardingen gebracht, waar hun broer Hartog zich later bij hen voegde en waar zij tot de bevrijding liefdevol beschermd en verzorgd zijn door de familie Knegt. Het lukte Hartog om bij de arrestatie het Korenburger Veen in te vluchten. Vanuit Winterswijk bleef er ‘voedselhulp’ komen via Hendrik Bekker, die op het postkantoor werkte. Ida Knegt, dochter des huizes, ging in de Hongerwinter zelfs twee keer per fiets naar Winterswijk vanwaar zij met eten terugkwam.
David is op 27 november 1942 in Winterswijk in het Korenburger Veen opgepakt en de volgende dag, samen met de andere onderduikers, naar Westerbork gebracht en op 8 december 1942 Auschwitz gevoerd en vermoord.
 

Frieda Meijer - Romann * Essen, 2 maart 1909 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Gehuwd met David Meijer

Dochter van Selma Hony en Gottfried Romann

Frieda ontvluchtte nazi-Duitsland in de zomer van 1936, waarna zij trouwde met David Meijer. Ook Frieda behoorde, samen met haar kinderen, bij de onderduikers van het Korenburger Veen.

Frieda had een zus en een broer: Rosi Romann, *Hamburg, 27 januari 1907 - Auschwitz, 11 december 1942 - gehuwd met Mozes van der Horst, *Wageningen, 8 december 1899 - Auschwitz, 11 december 1942 Paul Romann, *Essen, 10 februari 1913 - Auschwitz, 31 maart 1944. Zie verder bij zijn naam. 


Rositta Meijer * Winterswijk, 20 maart 1938 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Dochter van Frieda Romann en David Meijer

Emilie Philipine Meijer * Winterswijk, 2 augustus 1939 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Dochter van Frieda Romann en David Meijer

Voor het hele gezin geldt:
In Westerbork 28 november 1942
Transport Westerbork-Auschwitz 8 december 1942

Het betreft transport 41, bestaande uit 927 mensen, van wie 131 kinderen. Twee mensen overleefden de oorlog. De trein telde 11 wagons.

Het gezin David Meijer woonde op de Haitsma Mulierweg 54 in Winterswijk.

Haitsma Mulierweg 54

Herinnering
‘Papa, bakker Te Bokkel, heeft in de oorlog brood geleverd voor de Joodse dorpsgenoten die in het Korenburgerveen verstopt zaten. Het brood werd naar boer Elburg gebracht en dan in een melkbus gedaan. Zo werd het, door het weiland heen, naar het veen gebracht. Papa heeft, nadat de Joden waren weggehaald door de Duitsers, nog gevangen gezeten maar is gelukkig weer snel vrijgelaten. Van de Joodse mensen heb ik eigenlijk alleen Hartog Meijler maar teruggezien’