Disclaimer

Meijer Philips * Winterswijk, 24 maart 1898 - Sterfplaats Sobibor, 4 juni 1943

Gehuwd met Sibilla Spier

Zoon van Pauline Cohen, *Borken, 12 april 1851 - Winterswijk, 19 november 1921 en Eliazar Philips, *Groenlo, 2 december 1857 - Winterswijk, 31 januari 1922
Gehuwd met Sibilla Spier
 
Meijer was handelaar in manufacturen. Hij probeerde in juli 1940 aangesteld te worden als bewindvoerder van de rijwielhandel van Max Velleman, de schoonvader van zijn broer Simon Hartogh Philips, die in mei 1940 Nederland had verlaten op de vlucht voor de nazi’s. Waarschijnlijk heeft Meijer de fabriek, de N.V. Velenzo, aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam nog geleid, totdat die door de bezetters in bezit werd genomen.
In december 1942 werd Meijer Philips door de politie van Winterswijk opgepakt. Hij werd verdacht van contacten met voortvluchtige joodse families. Meijer werd aan de SD in Arnhem uitgeleverd. Hij weigerde echter de onderduikadressen van andere joden te noemen.
 
 
Het bestuur van de Joodsche Toneelvereeniging Ons Genoegen op 6 augustus 1939.
Op de achterste rij v.l.n.r. Chef Gans, Aron Alexander van Gelder, Samuel Hamme en Aaron David van Gelder.
Op de voorste rij v.l.n.r. Magda Meijers, Meijer Philips en Erna Hamburger-van Bingen.

Sibilla Philips - Spier * Gendringen, 10 mei 1902 - Sterfplaats Sobibor, 4 juni 1943

Gehuwd met Meijer Philips

Dochter van Rachel van der Laan, *Noordbroek, 3 augustus 1861 - Sobibor, 28 mei 1943 en Henri Spier, *Gendringen, 6 november 1867 - Wisch, 28 januari 1930. Henri Spier was een zoon van David Spier en Jetta Philips.

Sibilla had twee zussen: Sophia Siena de Leeuw-Spier, *Gendringen, 12 maart 1897 - Winterswijk, 7 oktober 1942 en Johanna Henriëtta Gans-Spier, *Gendringen, 11 september 1898 - Renkum, 16 november 1927.


Hanna Henriƫtte Philips * Winterswijk, 6 oktober 1929 - Sterfplaats Sobibor, 4 juni 1943

Dochter van Sibilla Spier en Meijer Philips

Voor het gehele gezin geldt:
In Westerbork 26 mei 1943 
Transport Westerbork-Sobibor 1 juni 1943
 
Het betreft transport 67, bestaande uit 3.006 mensen, van wie 595 kinderen. Eén man, Jules Schelvis, overleefde de oorlog en maakte de gruwelen van Sobibor bekend aan de wereld.
Opdat het nooit vergeten wordt.
 
Het gezin Meijer Philips woonde in de Ratumsestraat 21 in Winterswijk. Het laatsbekende adres, vanaf februari 1941, is: Nieuwe Hoogstraat 28 I in Amsterdam.
 
Herinnering
‘Ik heb gezien hoe het gezin Philips de overvalwagen ingeduwd en –geslagen werd. Daar zaten al meer mensen in. Dat beeld vergeet ik nooit meer. Er waren behoorlijk wat Duitse soldaten bij. Ik heb er geen landwachters of NSB-ers bij gezien. Mij kwelt nog steeds de vraag, en ik ben inmiddels 92, hoe een volk dat zo beschaafd was, zó diep in de barbarij kon wegzinken en zulke verschrikkelijke dingen kon doen. Ik heb de overvalwagen zien wegrijden en na de oorlog werd langzaam duidelijk dat alle mensen uit die wagen ‘vernietigd’ zijn. Ik vind het verschrikkkelijk om dat woord te gebruiken, maar zo gebeurde het…’
 
Herinnering
‘Ik zat op de Koningin Wilhelminaschool. Het was nog voor schooltijd ’s morgens toen we een paar Duitse soldaten met geweren zagen. Ze hadden mijnheer en mevrouw Philips tussen zich in en wij deden als kinderen daar een beetje giechelig over. Plotseling werd één van de soldaten boos en riep dat we daar mee moesten stoppen. We schrokken en moesten meteen daarop ook naar binnen, want de lessen begonnen. In de klas werd er verder niet meer over gepraat. Als je nu bedenkt wat er met de mensen is gebeurd… Vreselijk!’