Disclaimer

Philip Schwarz * Winterswijk, 9 oktober 1902 - Sterfplaats Midden-Europa, 21 januari 1945

Zoon van Mathilde Rosenbaum en Louis Schwarz
Gehuwd met Madelene Henriette Meijers

Mathilde Rosenbaum werd op 9 april 1869 geboren in Borken. Zij werd op 30 april 1943 vermoord in Sobibor. Louis Schwarz werd op 4 januari 1866 geboren in Dinxperlo. Hij stierf op 9 januari 1940 in Winterswijk waar hij begraven ligt op de Joodse Begraafplaats aan de Misterweg.

Philip was veehandelaar

Philip Schwarz werd met zijn gezin op 8 december 1942 op transport gesteld naar Auschwitz. Dat was het laatste transport waaruit in de plaats Kosel arbeidskrachten werden gehaald. Philip behoorde bij de 60 mannen die uit het transport verwijderd werden om te gaan werken. Via Sakrau en, medio december 1942, Gleiwitz werd de groep eind maart 1943 naar Blechhammer gestuurd. Waarschijnlijk schreef Philip vanuit dat kamp op 28 juni 1944 nog een brief aan vrienden in Winterswijk die hem een voedselpakket hadden gestuurd. Uit die brief blijkt dat Philip toen onwetend was van de dood van zijn vrouw en twee kinderen in de gaskamers van Auschwitz op 11 december 1942. In het najaar van 1944 werden gevangenen ovegebracht voor dwangarbeid in Bismarkhütte (Batozy) en Monowitz (Auschwitz III)  Waarschijnlijk was Philip daar nog bij, maar dat is niet met zekerheid te zeggen. Plaats en datum van overlijden van Philip Schwarz zijn na de oorlog ambtshalve vastgesteld. Van de groep van 60 mannen overleefden slechts 2 de oorlog.

  

Administratiekaart van de Joodsche Raad in kamp Westerbork met de naam van Philip Schwarz, de datum van binnenkomst in het kamp (28.11.42), het laatste 'woonadres' (Radiostraat 1, Winterswijk), Philips' geboortedatum (9.10.02), de namen en geboortedata van zijn vrouw en kinderen en, in rood potlood, de datum van transport (tr.8/12/42)

Madelene Henriette Schwarz - Meijers * Arnhem, 25 oktober 1905 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Gehuwd met Philip Schwarz

Dochter van Rosetta de Leeuw, *Delden, 31 december 1879 - Auschwitz, 11 december 1942 en Ruben Meijers, *Groenlo, 2 september 1895 - Hengelo, 15 juni 1942.


Mathilde Rosette Schwarz * Winterswijk, 24 maart 1934 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Dochter van Madelene Henriette Meijers en Philip Schwarz

Robert Louis Schwarz * Winterswijk, 25 juni 1938 - Sterfplaats Auschwitz, 11 december 1942

Zoon van Madelene Henriette Meijers en Philip Schwarz

Voor het hele gezin Schwarz-Meijers geldt:
In Westerbork 28 november 1942 
Transport Westerbork-Auschwitz 8 december 1942
 
Het betreft transport 41, bestaande uit 927 mensen, van wie 131 kinderen. Twee mensen overleefden de oorlog. De trein telde 11 wagons.
 
Het gezin Philip Schwarz woonde op Julianastraat 1 in Winterswijk 
 
 
Julianastraat 1
 
De Commissaris van Politie te Winterswijk verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Philip Schwarz, veehandelaar van beroep, van zijn echtgenote Madelena Henriette Schwarz-Meijers, van hun dochter Mathilde Rosette Schwarz en van hun zoon Robert Louis Schwarz, allen wonende te Winterswijk. Signalement van Philip Schwarz: ‘Lang ong. 1.50 m, kort zwaar postuur, donker haar, donker uiterlijk, joodsch type, geen bijzondere kentekenen’. Signalement van Madelena Henriette Schwarz-Meijers: ‘Lang ong. 1,55 m, gewoon postuur, donker uiterlijk, zwart haar, geen bijzondere kentekenen, joodsch type’. Algemeen Politieblad, nr 40, 8 oktober 1942, 1141, bericht 2250
 
Het gezin Philip Schwarz werd door verraad op 27 november 1942 opgepakt in het Korenburger Veen, waar het zich met 4 andere families had verstopt en kwam op 28 november 1942 in kamp Westerbork aan, waar het 10 dagen verbleef. Op 8 december 1942 werden ze gedeporteerd naar Auschwitz, waar vader gescheiden werd van vrouw en kinderen die meteen na aankomst vermoord werden. Vader Philip schreef op 28 juni 1944 nog een brief aan vrienden in Winterswijk. Daarin vertelde hij over de verjaardagsdatum van zijn zoontje Robert Louis, niet wetende dat het kind al anderhalf jaar geleden stierf in de gaskamers van Auschwitz. Hij schrijft ook over zijn vrouw en over zijn dochter, die samen met Robert Louis vermoord werden.
 
 
Philip Schwarz en Madelene Henriette Meijers
 
 
De familie Schwarz-Meijers met dochter Mathilde
 
 
Mathilde Rosette en Robert Louis Schwarz
 
 
Robert Louis Schwarz
 
 
Overlijdensaktes van Mathilde en Robert
 

In correspondentie van december 1942 tussen dhr. Joh. Uwland, opzichter van het Korenburgerveen in Winterswijk en dhr. Pieter Gerbrand van Tienhoven (1875-1953), voorzitter van Natuurmonumenten in Amsterdam, wordt gesproken over een "onaangename ontdekking" in het Korenburgerveen waarvan "de heer Eshuis en de heer Brinksma" wel meer kunnen vertellen. Het gaat over de ontdekking van de onderduikers in het Korenburgerveen. Dhr. Uwland schrijft verder: "Ik heb gedaan wat den heer Eshuis en den heer Brinksma mij vertelden en ze zijn denzelfden avond nog opgehaald". Bedoeld worden de 21 Joodse onderduikers waarvan er één wist te ontkomen in het veen en twee anderen vanuit het 'Feestgebouw' in Winterswijk waar de groep naar toe was gebracht. Dhr. Uwland vraagt zich verder nog af: "Wat moet nu verder met die barakken gebeuren of moet ik dat aan de Politie overlaten. Ik hoop dat U zoo spoedig mogelijk terug schrijft ook wat de Kapvergunning betreft". De voorzitter van Natuurmonumenten schrijft Uwland terug: "Uit uw brief van 1 dezer dagen hebben wij den afloop van de clandestiene vestiging in het Korenburgerveen vernomen. U wilt ons tzt nog wel verder op de hoogte houden. Het is ons intusschen toch een raadsel dat U niet eerder iets van e.e.a. hebt waargenomen, want zoo groot is het veen toch niet en het was nu niet direct een kleine nederzetting! Voor het dunnen is inderdaad een kapvergunning noodig, welke wij bereids hebben aangevraagd. De barakken  moet U voorlopig maar stil laten staan en afwachten wat de politie in deze beslist". (Archief Natuurmonumenten, Gemeentearchief Amsterdam) (onderzoek door Astrid Dekkers)

Achttien Joodse Winterswijkers worden direct vervoerd naar kamp Westerbork. Allen gaan met het  tweede volgende transport naar Auschwitz, waar dertien van hen direct na aankomst worden vermoord. De vijf anderen sterven aan 'vernietiging door arbeid'.