Nathan Schwarz * Winterswijk, 16 maart 1904 - Sterfplaats Auschwitz, 28 februari 1943
Zoon
van
Mathilde Rosenbaum
en Louis Schwarz
Gehuwd met
Johanna Mok
Mathilde Rosenbaum werd op 9 april 1869 geboren in Borken en werd op 30 april 1943 vermoord in Sobibor. Louis Schwarz werd op 4 januari 1866 geboren in Dinxperlo en stierf op 9 januari 1940 in Winterswijk waar hij begraven ligt op de Joodse Begraafplaats aan de Misterweg.
Nathan Schwarz en Johanna Mok huwden op 6 augustus 1942 in de synagoge van Winterswijk
Johanna Schwarz - Mok * Nijkerk, 23 oktober 1909 - Sterfplaats Auschwitz, 29 oktober 1942
Gehuwd met
Nathan Schwarz
Dochter van Sara van der Hoeden en Izak Mok
Voor het echtpaar Schwarz-Mok geldt:
In Westerbork 13 oktober 1942
Transport Westerbork-Auschwitz 26 oktober 1942
Het betreft transport 31, bestannde uit 841 mensen, van wie 204 kinderen. Drie mensen overleefden de oorlog. De trein telde 24 wagons.
Nathan werd tewerkgesteld in het bijkamp Monowitz. Op 18 januari 1943 schreef hij nog een brief aan familie in Winterswijk.
Het gezin Nathan Schwarz woonde op Spoorstraat 63 in Winterswijk
Lieze Windmuller en Johanna Mok, Winterswijk mei 1937
Spoorstraat 63
Herinnering
“We hebben ze allemaal gekend...”
Als kind ging ik regelmatig met mijn vader mee, “de boer op”.
“De boer op” hield in dat mijn vader op zijn bromfiets naar boeren ging met wie hij handelde. Mijn vader was veehandelaar. Hij kocht koeien bij boeren, dat heeft hij bijvoorbeeld lange tijd gedaan voor slagerij Wassink. Niet alle koeien waren voor de slacht, sommige werden gekocht of verkocht in opdracht van Winterswijkse boeren. Daarvoor ging hij elke week naar veemarkten in Doetinchem, Zwolle en soms zelfs naar Leeuwarden.
Voor de wekelijkse reis naar de markt reed mijn vader mee met een vrachtrijder, die koeien naar de veemarkt vervoerde. De koeien werden eerst opgehaald bij de boeren. Op de terugtocht werden de ingekochte koeien weer naar de boeren gebracht. Het ging toen allemaal heel anders. De boeren verlieten nauwelijks hun bedrijf, hooguit om op zondag naar de kerk te gaan.
Het was niet zo dat mijn vader mij mee vroeg “de boer op”. Daar moest ik behoorlijk mijn best voor doen en dat betekende lang zeuren. Bij mijn vader achter op de bromfiets zitten vond ik heerlijk. Mijn voeten gingen in de fietstassen en ik hield mij vast aan een riem die mijn vader om zijn jas had. We reden zo’n 30-40 km. per uur. Bij een boer aangekomen, moest meestal eerst de hond getemd worden alvorens we het erf op konden.
Via de stal kwamen wij de boerderij binnen. Mijn vader raakte dan al vrij snel in discussie met de boer over zijn koeien. Die werden stuk voor stuk uitgebreid bekeken.
Mijn belangstelling ging meer uit naar de poezen die er rondliepen.
Als het ‘stalgebeuren’ klaar was werden we in de keuken uitgenodigd voor een kop koffie. Als we daar dan zaten, zei mijn vader meestal: “ik heb nog een ‘nuchter kalf’ te koop”, dat nuchtere kalf was ik. Daar werd altijd hartelijk om gelachen, ik voelde mij dan wat verlegen worden.
Het gesprek ging al snel over onze familie. “Je broer Philip, die was toch getrouwd met Magda Meijers? Hadden die niet twee kinderen? Oh, ja en Nathan die in 1942 nog trouwde met Jo Mok. David, dat was toch de oudste, was die niet getrouwd met Jetje Nathans die nu met Ies de Leeuw is getrouwd?”
“En je zuster, hoe heette die ook al weer? Eef, is die niet vertrokken uit Winterswijk. Heeft die het ook niet overleefd? Verschrikkelijk”.
Mijn vader had een paar foto’s waar zijn broers en zuster op stonden. Die foto’s droeg hij altijd bij zich, in zijn portefeuille. Soms werden die foto’s erbij gepakt en bekeken. Die foto’s had ik nog nooit gezien, thuis werd en niet over de familie gesproken. “Je vrouw, die is toch van Windmuller van de kledingzaak?” “Haar vader Jozeph heeft nog een maatkostuum gemaakt voor ons trouwen”. “Je vrouw, die had toch een zuster die werkte als telefoniste op het postkantoor, heette die niet Lies?” “Het jongste zusje van je vrouw Thea, zat bij mijn broer op de Mulo”. “En dan had je Martha, die heeft de zaak toch overgenomen, samen met haar man Georg Stein. Die Stein, kwam die niet uit Duitsland”. “Na de oorlog is ze hertrouwd met Sonn”. “Ja, dat weet ik nog heel goed”. “We hebben ze allemaal gekend…”
Mirjam Schwarz, dochter van B.T. Schwarz-Windmuller en S. Schwarz
De bovenstaande herinnering was de basis voor de titel van het boek 'We hebben ze allemaal gekend... Bij de namen van de vermoorde joodse inwonwers van Winterswijk - een gedenkboek' door Henk Vis, m.m.v. Mirjam Schwarz. April 2010. Een uitgave van Werkgroep 'Leren van de oorlog', Winterswijk. isbn-ean 978-90-9025075-5. nur/code 680